RI&E

Met een RI&E kunt u gestructureerd de risico's in kaart brengen en maatregelen treffen. Onderstaand een eerste indruk van een risico-inventarisatie. Neem voor een complete RI&E contact op met uw arboadviseur.

I. Bepaal de doelgroep(en) die in de risico-inventarisatie horen:

  • medewerkers proefdierfaciliteit;
  • onderzoekers, die gebruik maken van de faciliteit;
  • ondersteunende diensten (medewerkers van schoonmaak, technische dienst, wasserij, afvalverwerking);
  • bezoekers (anders dan voorgaande).

Bij de eerste groep is onderscheid te maken tussen medewerkers die verschillende werkzaamheden uitvoeren: dierverzorging, biotechnische handelingen, logistiek en dergelijke.

II. Breng de (proef)dierpopulatie en hun specifieke huisvesting in kaart:

  • ratten/muizen kunnen zowel in ‘open’ kooien als in gesloten kooien (filtertop, Individually Ventilated Cages (IVC)) worden gehuisvest;
  • konijnen, cavia’s, fretten worden altijd in open kooien gehuisvest. Daarnaast is het fysiek contact met deze dieren groot: je moet ze in hun geheel vastpakken;
  • honden, katten, varkens, schapen, geiten, lama’s, koeien, paarden etc;
  • non-humane primaten;
  • vogels (kippen, zebravinken);
  • vissen, amfibieën, reptielen;
  • insecten (vlinders, vliegen, muggen);
  • slakken en dergelijke.

III. Hoe ziet de proefdierfaciliteit eruit?

Wat is er al geregeld aan technische voorzieningen, en welke invloed hebben deze op het risico aan blootstelling aan (proefdier)allergenen?

  • dierkamers gescheiden van behandelkamers, bureauwerkplekken, koffiehoek?
  • hoe is de luchtbehandeling aangelegd? Drukregimes van de ruimten ten opzichte van elkaar, gangen en dergelijke;
  • worden IVC’s toegepast? In samenhang met gebruik van overzetstations, biohazardkasten?
  • schoonmaak kooien: in wasstraat met robots of handmatig?
  • logistiek: afgesloten systeem? Zijn schoon/vuil routes gescheiden?
  • tussenopslag vuile bakken: afgedekt? In aparte ruimte?
  • omkleedregimes: gebruik werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen geregeld? Douchen verplicht of niet?

IV. Activiteitentabel

Stel een overzicht op van alle activiteiten/handelingen in combinatie met de blootstellingduur onder de standaardomstandigheden: welke groep medewerkers wordt blootgesteld en hoe lang? Welke maatregelen zijn bij de handeling van toepassing?

Onderstaande activiteitentabel is een voorbeeld van hoe u dat kunt doen. Let op: het is een niet volledig voorbeeld van een faculteit.

Beschrijvingen actuele handelingen

Knelpunt

allergie

ja/nee1

Gebouwgeb

maatregel2

 

Technische niet gebouwgeb maatregel3

Procedurele

maatregel

(werkwijze/pbm)4

Meting5

 

Visuele inspectie van de dieren: open huisvesting

 

ja

Luchtverversing

10-15x

Luchtstroom met weinig turbulentie

 

Dragen van bedrijfskleding, pbm’s verplicht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor ratten/

muizen-allergenen is dit mogelijk. Per handeling/

activiteit is gekeken of een persoons-gebonden of werkplek- meting nodig was

 

Visuele inspectie dieren: IVC-huisvesting

nee

 

IVC-huisvesting

 

 

Reinigen en desinfecteren dierkamers, gangen

 

 

 

 

Biotechnische handelingen door medewerkers faciliteit

 

 

Afgezogen tafels i.v.m. steriel werken of afzuigen anesthesiegassen

 

Verschonen/overzetten van dieren van open huisvesting

 ja

 

 

 

 

Overzetstation, biohazardkasten, afzuigsysteem

 

Dragen van bedrijfskleding, pbm’s verplicht

Verschonen/overzetten van dieren van filtertop kooien

 

 

 

Verschonen/overzetten van dieren van IVC

nee

 

 

Verzamelen (tussenopslag), vervoeren, schoonmaken van kooien

ja

 

wasstraat

 

Vuil/schoon route gescheiden

 

Was inzamelen & wassen

 

ja?

 

 

Wassen is uitbesteed aan wasserij. Hoe gaan zij met de waszakken om? Pbm gebruik?

Algemeen: verspreiding van allergenen naar ‘buiten’:

- koffiehoek

 

 

 

- kantorendeel

 

- thuissituatie

 

 

 

 

ja?

 

 

 

ja+

 

?

 

 

 

 

 

 

Voor de koffie een andere jas aantrekken

 

Omkleden voor vertrek naar kantorendeel

 

 

Toelichting noten:

  1. Is de handeling een knelpunt voor blootstellingrisico allergenen ja/nee. Hoe lang vindt de handeling achtereen plaats? Hoeveel personen worden blootgesteld aan allergenen?
  2. Welke gebouwgebonden maatregelen zijn er in de ruimte waar de beschreven handeling wordt uitgevoerd: luchtbehandeling?
  3. Welke technische, niet gebouwgebonden, voorzieningen zijn er bij de handeling: IVC-huisvesting, biohazardkast en dergelijke?
  4. Welke organisatorische maatregelen worden toegepast: kleding, pbm’s, specifieke werkwijze?
  5. In de RI&E van het GDL zijn werkplekgebonden metingen naar muizen en rattenallergenen uitgevoerd.

V. Maatregelen nemen

Aan de hand van metingen naar en inschattingen van blootstelling, neemt u maatregelen om de blootstelling aan allergenen te verminderen:

  • gebruik van IVC’s;
  • verbetering van en instellen doelmatig omkleedprotocol;
  • PBM-beleid: wat draag je waar? Denk aan handschoenen, werkkleding, haarnetje, mondkapjes, airflow-masker, veiligheidsbril en dergelijke;
  • douchen (water), luchtdouche.

Borging: periodiek kijken of de maatregelen nog voldoen. Eerst met een quickscan bepalen of er veranderingen zijn in het werk zijn geweest. Zo ja, plan dan een vervolgmeting.