Buigen, bukken, hurken en knielen

Als iets te laag is om staand te kunnen doen

Plaats het voorwerp op zo’n werkhoogte dat je staand kunt werken, bijvoorbeeld op een verstelbare tafel.

Als je toch voorover moet buigen

  • Haal het werk zo dicht mogelijk naar je toe.
  • Ga erbij zitten als dat kan.
  • Buig vanuit uw heupen en houd je rug recht.
  • Ga zo snel mogelijk weer rechtop staan en steun bijvoorbeeld op een krukje.
  • Buig niet langer dan één minuut en buig alleen recht vooruit.

 Als je toch moet bukken

  • Ga door je knieën en doe het alleen om iets op te rapen.
  • Steun met een hand op een stoel of tafel.
  • Voorkom hurken. Je kunt beter knielen.

 Als je toch moet knielen

  • Kniel zo weinig mogelijk en houd het kort, maximaal een halve minuut en hooguit eens per tien minuten.
  • Kniel op één knie.
  • Gebruik een kniebeschermer of knielhulp.
  • Steun bij het opstaan bijvoorbeeld op een krukje.

Als je zwanger bent

Voorkom tijdens je zwangerschap zoveel mogelijk dat je moet bukken, hurken of knielen. In de laatste drie maanden van je zwangerschap mag je dagelijks niet meer dan eenmaal per uur te hurken, knielen, bukken of staand voetpedalen te bedienen. Voor tillen gelden ook wettelijke voorschriften.