Laboratoriumwerkzaamheden

Zo werk je het best met een microscoop:

• Plaats de microscoop dichtbij.
• Oculair op ooghoogte.
• Vrije beenruimte, goed aanschuiven, voeten gesteund.
• Onderarmen gesteund (niet op scherpe randen).
• Neutrale gewrichtsstanden, verleng eventueel de handgrepen met rubber ringen.
• Neutrale nek- en rugstand, rug gesteund.
• Wissel af met andere werkzaamheden.
• Goede oogzorg.
• Eventueel videoprojectie.
• Eventueel gemotoriseerd bedienbare microscopen.

Dit filmpje laat u zien hoe u het best met de microscoop kunt werken.

Zo kun je het best pipetteren:

• Ga bij voorkeur zitten.
• Zit rechtop met goede rug- en voetenondersteuning.
• Bovenarmen langs het lichaam, voorkom lang heffen armen.
• Houd materialen die je veel gebruikt binnen handbereik.
• Laat de onderarmen zoveel mogelijk steunen, niet op scherpe randen.
• Ontspan de schouders zo veel mogelijk.
• Vermijd buiging van de pols.
• Gebruik lage bakjes voor gebruikte punten.
• Pipetten gebruiken met een goede greep, licht in gewicht en niet veel kracht nodig.
• Pipetten goed onderhouden.
• Waar mogelijk en handig een elektronische pipet gebruiken.

Dit filmpje laat zien hoe je het best kunt pipetteren en met welke soort pipet.