Wet- en regelgeving
Voor veilig en gezond werken zijn er voorschriften van de overheid. De precieze invulling daarvan is neergelegd bij werkgevers en werknemers.
In de Arbowet zijn de volgende algemene voorschriften relevant:
Artikel 3. lid 1 | De werkgever voert beleid gericht op goede arbeidsomstandigheden. |
Artikel 3. lid 2 | De werkgever moet risico’s voorkomen en indien dat niet mogelijk is, deze risico’s beperken. |
Artikel 5 | De werkgever inventariseert en evalueert de risico’s en stelt een plan van aanpak op. |
Artikel 8 | De werkgever zorgt voor voorlichting, instructie en training aan medewerkers. |
Artikel 11 | De werknemer is verplicht mee te werken aan het op een veilige manier benutten van de omstandigheden en op een veilige manier werkzaamheden te verrichten. |
Specifiek voor fysieke belasting zijn de volgende artikelen uit het Arbobesluit en Arboregeling van toepassing.
Arbobesluit artikel 5.2 | Voorkomen gevaren |
Arbobesluit artikel 5.4 | Ergonomische inrichting werkplek |
Arbobesluit artikel 5.5 | Voorlichting Arboregeling |
Arbobesluit artikel 5.9 t/m 5.12 | Beeldschermwerk |
Thuiswerk is vervangen door Plaatsonafhankelijke Arbeid, zie daarvoor het Arbeidsomstandighedenbesluit, Afdeling 10, Artikel 1.43 e.v.
Ook gelden er Europese richtlijnen uit 1990:
Referentiefactoren Artikel 3, lid 2 | Tilmaatregelen |
Referentiefactoren Artikel 4, onder a. en b. | Inrichting werkplek |
Referentiefactoren Artikel 6, lid 2 | Voorlichting werknemers |
Individuele risicofactoren Artikel 5 en Artikel 6, lid 2 | Gevaren werknemer |