Op de OK

Werkhouding en beweging

Fysieke belasting is een combinatie van de belasting bij een handeling of activiteit en de belastbaarheid van de medewerker. Fysieke belasting wordt onderverdeeld in statische belasting en dynamische belasting. Statische belasting wordt ook wel 'houdingsbelasting' genoemd. Deze belasting treedt op als een (ongunstige) houding langer dan 1 minuut wordt ingenomen/volgehouden.

Het streven is om belastende situaties zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. In het 'Wat nekt je boekje' kun je hierover veel vinden.

OK-assistenten ervaren fysieke belasting bij:

  • Voorbereidingen/opdekken van instrumenten
  • Transport en transfer
  • Werkzaamheden tijdens de operatie:
    • Instrumenteren
    • Assisteren
    • Omlopen
  • Nazorg/opruimen

Fysieke belasting wordt daarbij veroorzaakt door:

  • Onvoldoende manoeuvreer- en beweegruimte
  • Onvoldoende breedte van doorgangen
  • Indeling van kasten en stellingen
  • Opstelling meubilair en apparatuur
  • Onvoldoende verstelbaarheid van meubilair en apparatuur
  • Onnodig verplaatsen van materialen
  • Onvoldoende afwisseling in houding en beweging
  • Lang dragen van een röntgenschort

Samenvattend ontstaat de belasting op de OK uit lang staan, lang werken in dezelfde houding, gebogen/gedraaid werken, ver/hoog reiken, tillen, duwen/manoeuvreren.

Maatregelen

Geef voldoende aandacht aan de voorbereiding, volg de stappen kijken-denken-kiezen-doen. Houd rekening met je eigen belastbaarheid. Zorg voor een veilige werkomgeving, bijvoorbeeld voldoende ruimte om te werken en een droge/stroeve werkvloer.

Bij een goede voorbereiding hoort ook de beschikbaarheid van hulpmiddelen. In de zorg is het van belang om transfers uit te voeren met tilhulpmiddelen, zoals glijzeilen en patiëntentilliften. Handmatig tillen van patiënten leidt tot overbelasting. Voor vrijwel alle zware werkzaamheden in de zorg zijn werkmethoden met hulpmiddelen beschikbaar die veilig zijn voor de medewerker én de patiënt. Kijk voor richtlijnen bij transfers ook naar deze adviezen.

Vervoeren van een patiënt

met bed of rolstoel

Aanwijzing voor handelen bij deze taken:

  • Zorg voor een goede duwhoogte (handen gelijke hoogte als ellebogen), zet het bed op de juiste hoogte
  • Zorg dat de zwenkwielen en het richtingwiel in de rijrichting staan
  • Let op de goede rijrichting, bedden kunnen gemaakt zijn om de patiënt in het gezicht te kijken bij het duwen van het bed (het is dus niet altijd zo dat de patiënt in de rijrichting moet kijken)
  • Breng het bed of de rolstoel rustig op gang
  • Duwen gaat voor trekken
  • Draai en duw niet gelijktijdig, loop met het draaiende bed mee (je rug merkt direct het verschil)
  • Verplaats een bed over langere afstanden bij voorkeur elektrisch en bij veel manoeuvreren met twee personen

Transfer patiënt

> van bed naar operatietafel en vice versa

Aanwijzingen voor handelen bij deze taken:

  • Bereid de patiënt voor op de handeling, vertel wat de bedoeling is
  • Maak zoveel mogelijk gebruik van de mogelijkheden die de patiënt heeft om mee te werken bij de uitvoering van de transfer
  • Gebruik een tilhulpmiddel, zoals de glijzeil of de tillift

 Indien toch handmatig getild gaat worden:

  • Zorg voor voldoende medetillers
  • Zorg voor het rustig uitvoeren van de handeling 1-2-3
  • Voorkom draaien en zijwaarts buigen van de rug door je voeten te verplaatsen
  • Kijk voor handmatig tillen naar deze adviezen.

Aan de operatietafel

Aanwijzingen voor handelen bij deze taken:

  • Zorg voor aangepaste werkhoogte (tafelhoogte instellen en opstapbankjes)
  • Werk zoveel mogelijk tussen heup- en schouderhoogte
  • Zorg dat je met ontspannen schouders staat
  • Sta in een lichte spreidstand
  • Zet je knieën niet op slot, maar licht gebogen
  • Wissel zoveel mogelijk van houding
  • Verdeel het gewicht van het ene been op het andere en dan weer op allebei
  • Sta af en toe even op je tenen
  • Probeer waar mogelijk af te steunen. Denk daarbij aan hulpmiddelen als: stasteun, borststeun, armsteun
  • Ga af en toe zitten als dit mogelijk is (zit/stakruk, desgewenst afgedekt)
  • Reik niet verder dan je arm lang is (40-60 cm)
  • Werk niet langer dan 1 minuut met een matig en/of gedraaide rug/nek

Werkzaamheden anesthesie

Aanwijzingen voor handelen bij deze taken:

  • Ga af en toe zitten als dit mogelijk is
  • Reik niet verder dan je arm lang is (40-60cm)
  • Werk zoveel mogelijk tussen heup- en schouderhoogte
  • Werk niet langer dan 1 minuut met een matig en/of gedraaide rug/nek
  • Hurk, buk of kniel niet langer dan een halve minuut aaneen

Andere werktaken

  • Overdracht
  • Overleg met de arts
  • Administratieve werkzaamheden
  • Werkoverleg
  • Begeleiden van nieuwe collega’s/stagiairs
  • Onderwijsgevende activiteiten

Richtlijnen bij deze taken:

  • Probeer bij lang staan af te steunen, gebruik een stasteun of ga regelmatig even zitten in de korte rustmomenten
  • Let bij zitten op een actieve houding; wissel ook zitten regelmatig af met staan en lopen
  • Stel je stoel in en kies de goede werkhoogte
  • Vermijd voorovergebogen ‘schrijven’
  • Zorg regelmatige voor momenten, ook tijdens overlegsituaties, waarin van houding kan worden gewisseld
  • Kijk voor computerwerk naar deze adviezen

Opereren als KNO-arts

Meer dan de helft van de KNO-artsen kampt met beroepsgerelateerde klachten aan nek, rug of schouders. Deze video laat zien hoe je als KNO-arts de juiste houding aanneemt bij:

  • microscopische operaties
  • endoscopische operaties
  • open operaties

Praktijkrichtlijnen

Ga naar de pagina praktijkrichtlijnen

Aangevuld met het ‘Wat nekt je boekje’

Goede praktijken

Over het verminderen van fysieke belasting op de OK hebben meerdere ziekenhuizen op deze website tal van filmpjes geplaatst.