Opslag

Overheidsrichtlijnen

Voor de opslag van gevaarlijke stoffen zijn voorschriften beschikbaar. Onderstaand vindt u de belangrijkste. Een volledig overzicht van opslageisen vindt u in de richtlijn PGS 15 De PGS 15 beschrijft de Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. De afkorting PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. De oude richtlijn CPR 15-1 is vervangen door de PGS 15. Informeer bij u arboadviseur naar deze richtlijn en de interne regeling zoals die gehanteerd wordt in uw umc.

Algemene eisen voor opslag

De onderstaande eisen gelden voor elke vorm van opslag:

  • Breng de verplichte gevaarsymbolen en veiligheidssignalering aan op de toegangsdeuren van ruimten die voor opslag bestemd zijn en op de deuren van opslagkasten voor gevaarlijke stoffen;
  • Sluit de algemeen toegankelijke kasten en werkruimtes tijdens afwezigheid van medewerkers af als er gevaarlijke stoffen vrij aanwezig zijn;
  • Sla (extreem) giftige stoffen altijd op in een afgesloten kastje met het pictogram van een doodskop erop. Plaats dit kastje in een afgezogen ruimte;
  • Let erop dat glazen flessen voor direct gebruik een maximale inhoud hebben van 2,5 liter;
  • Plaats glazen flessen met een gevaarlijke inhoud nooit hoger dan 1,2 meter;
  • Behandel lege verpakkingen die niet zijn schoongemaakt hetzelfde als volle vaten en flessen.

Etikettering

Houdt u op uw afdeling aan de volgende voorschriften voor etikettering van reservoirs, leidingen en vul- en tappunten van gevaarlijke stoffen:

  • Breng als waarschuwing het bijbehorende gevarenpictogram aan;
  • Voeg eventueel de naam of formule van de stof toe;
  • Geef op een leiding de stroomrichting van de vloeistof aan;
  • Geef op een reservoir de inhoud aan.

Risicovolle combinaties van gevaarlijke stoffen

Bepaalde gevaarlijke stoffen kunnen met elkaar reageren, met als gevolg dat er gevaarlijke gassen, dampen of risicovolle situaties kunnen ontstaan. Hiernaast ziet u welke stoffen u niet met elkaar mag opslaan. Gevaarcategorieën die niet samen opgeslagen mogen worden zijn aangegeven met een B of met een V (opslag toegestaan in aparte vakken).

(Bron: PGS15 2016 bijlage E)

Het gebruik van lekbakken

Bij het gebruik van lekbakken gelden de volgende voorschriften:

  • Plaats gevaarlijke stoffen, ingedeeld naar gevaarindeling, in aparte lekbakken. In het geval van brandgevaarlijke en explosieve stoffen moet de lekbak de gehele inhoud kunnen opvangen. Voor overige stoffen moet de lekbak de inhoud van de grootste verpakking plus 10% van de inhoud van de overige verpakkingen kunnen opvangen;
  • Plaats zuren en basen in aparte lekbakken;
  • Controleer of het materiaal van de lekbak bestand is tegen de gevaarlijke stof;
  • Een afwasteiltje is niet geschikt als lekbak.

De werkvoorraad

De hoeveelheid gevaarlijke stoffen die nodig is om de dagelijkse werkzaamheden uit te voeren, is de werkvoorraad. Deze hoeveelheid mag op de werkplek blijven staan. Houd uw medewerkers aan het volgende:

  • Gebruik altijd een zo klein mogelijk volume;
  • Laat bij brandgevaarlijke stoffen nooit meer dan 1 kg of liter per m vrij in de werkruimte aanwezig zijn;
  • Laat nooit meer dan 25 kg of liter aan gevaarlijke stoffen zonder een opslagmogelijkheid aanwezig zijn in de totale werkruimte. Berg dergelijke hoeveelheden op in geschikte opbergkasten. Denk daarbij ook aan het afval van gevaarlijke stoffen en de aanwezige afvalvaten.

Voorraad tot 150 of 250 kg of liter

Op afdelingen worden buffervoorraden opgeslagen in opbergkasten. Hiermee is de werkvoorraad van één of meerdere afdelingen probleemloos aan te vullen. In een losse kast mag een maximale inhoud opgeslagen worden afhankelijk van de type kast. Een bouwkundige kast mag maximaal 250 kg of liter bevatten. Controleer en saneer jaarlijks de voorraad en voer overtollige stoffen af. Afhankelijk van de gevaarcategorie hebt u keuze uit de onderstaande losse kasten.

Explosieve stoffen en radioactieve stoffen

Explosieve stoffen en radioactieve stoffen worden beschreven in specifieke richtlijnen en mogen niet in dezelfde opslagvoorziening bewaard worden als de PGS 15 stoffen. Informeer bij uw arboadviseur naar deze richtlijnen en de interne regeling zoals die gehanteerd wordt in uw umc.

Brandveiligheidskasten

Voor brandveiligheidskasten staan in de PGS 15 nog een aantal specifieke eisen. Deze eisen zijn afhankelijk van de brandwerendheid van de kast. De brandwerendheid van de kast bepaalt hoeveel liter opgeslagen mag worden in de kast en hoeveel kasten in de ruimte geplaatst mogen worden. Informeer bij uw arboadviseur naar de richtlijn. Houd in het algemeen rekening met het onderstaande:

  • Sluit de kast aan op een apart mechanisch afzuigsysteem (niet de klimaatinstallatie);
  • Voer in een werkruimte geen werkzaamheden uit met verhoogd brandgevaar (geen open vlammen) wanneer brandveiligheidskasten tegen elkaar zijn geplaatst;
  • Gebruik brandveiligheidskasten niet als afscherming van ruimtes;
  • Plaats brandveiligheidskasten niet binnen één meter van deuren en nooduitgangen;
  • Plaats geen brandveiligheidskasten in kelders, trappenhuizen of gangen die ook als vluchtweg dienen.

Verschillende soorten kasten

De bouwkundige kast

Een bouwkundige kast is een bouwkundige voorziening en moet getoetst worden in combinatie met de PGS 15-richtlijn. Neem contact op met uw arboadviseur.

De standaard opbergkast

Een losse kast met deuren. Geen ventilatie of extra brandwerendheid aanwezig. Hierin kunnen droge chemicaliën worden opgeslagen met uitzondering van: giftige, brandbare, explosieve, oxiderende en met water reagerende stoffen.

De chemicaliënkast

Een kast met lichte afzuiging maar zonder brandwerendheid. Bijvoorbeeld de onderkastjes van zuurkasten die aangesloten zijn op de afzuiging van de zuurkast. Hierin kunnen irriterende en/of schadelijke stoffen worden opgeslagen als ook zuren en logen mits deze in gescheiden lekbakken staan.

De brandveiligheidskast

Een kast met een minimale brandwerendheid van 60 minuten. De kast is voorzien van afzuiging. Hierin kunnen zeer licht, licht ontvlambare en explosieve stoffen worden opgeslagen. Afhankelijk van de normering van de kast zijn er meer opslagmogelijkheden.

De gifkast

Een kast die (moet) kan worden afgesloten. Een gifkast mag in een goed afgezogen ruimte, een brandveiligheidskast of in een koelkast staan. In een gifkast worden stoffen bewaard die voldoen aan de categorie: giftig, zeer giftig.

De explosieveilige koelkast/vriezer

Een koelkast of vriezer zonder een ontstekingsmechanismen in de kast. Bijvoorbeeld het lampje in de kast ontbreekt of is explosieveilig uitgevoerd. In deze kast worden zeer licht, licht ontvlambare en explosieve stoffen bewaard die koud of ingevroren moeten blijven. Nooit het lampje in een gewone koelkast losdraaien om deze ‘explosieveilig’ te maken!

De standaard koelkast

Een normale bedrijfskoelkast. Hierin mogen alleen niet brandgevaarlijke stoffen worden opgeslagen die wel koeling nodig hebben.

Voorraad van meer dan 250 kg of liter

Een opslag van meer dan 250 kg of liter vindt u bijvoorbeeld in de apotheek, centrale magazijnen en bij afvalbeheer. Dergelijke grote voorraden worden opgeslagen in kluizen, opslaggebouwen en vatenparken. Aan deze opslagvoorzieningen worden een groot aantal strenge eisen gesteld. Uw arboadviseur kan u hierover alle nodige informatie bieden.